Dr. Laurence Heller ontwikkelde een therapeutische werkwijze gericht op het loskomen van patronen die ontstaan zijn in ongeveer de eerste vijf jaar van je leven. Hij noemt deze patronen overlevingsstijlen welke ontstaan door het niet vervuld zijn geraakt van de volgende basisbehoeften:
Als deze basisbehoeften onvoldoende worden ingevuld door je ouders/verzorgers, levert dit een conflict of dilemma op. Als je je behoefte blijft uiten, word je steeds teleurgesteld. Maar wanneer je dit niet doet, dan krijg je niet wat je nodig hebt. Dit dilemma voelt heel naar. Om eruit te ontsnappen ontwikkelen we een overlevingsstijl of strategie. Op dat moment het enige dat je kunt doen om te overleven. Later in ons leven zijn we hier, vaak onbewust, zo aan gehecht dat het ons vastzet. We worden erdoor gehinderd om op een authentieke en eigen manier om te gaan met de uitdagingen en verlangens in ons leven.
De NARM therapie begint met een wens of verlangen. Bijvoorbeeld om 'het' anders te doen, te beleven of te relateren. Vanuit het verlangen bekijken we samen wat je tegenhoudt. Hierin komen er patronen ‘boven water’ en de bijbehorende conflicten of dilemma’s; maar ook de behoeften. We zoeken samen naar een manier om de conflicten los te laten en de behoeften te vervullen. Je zult dan merken dat je je minder hoeft te identificeren met de overlevingspatronen. Vaak vraagt dit om in te zien dat de ‘angsten’ in het hier en nu niet zoveel controle op je hoeven te hebben dan dat ze vroeger hadden. Binnen NARM werken we met het cognitief denken, het lichamelijke ervaren en het emotionele voelen. Door de wisselwerking wordt de werkwijze effectief. Het volwassen bewustzijnsperspectief is hierin de basis.